De internationale paardensportbond heeft naar aanleiding van de eerdere uitbraak van de neurologische vorm van rhinopneumonie op een internationaal concours in Spanje, de eerste plannen bekend gemaakt om in de toekomst de risico’s op dit soort uitbraken op internationale concoursen zo veel mogelijk te beperken. In principe gaan na 11 april de internationale wedstrijden weer overal van start, na een verbod van ruim vijf weken.

De nu gepresenteerde eerste plannen om grootschalige uitbraken van dierziekten op internationale concoursen te voorkomen zijn onder meer:

• Het afnemen van PCR-testen voorafgaand aan bepaalde omvangrijke evenementen (hiermee wordt het EHV virus dat rhinopneumonie veroorzaakt opgespoord)
• Strengere veterinaire controles bij aankomst
• Meer gestructureerd registreren van de temperatuur van deelnemende paarden gedurende de evenementen
• Frequenter overleggen van gezondheidsverklaringen
• Uitbreiding van de regels voor stallen op evenementen waaronder meer isolatiestallen, meer controle op de toegang tot de stallen, minder (neus)contactmogelijkheden voor paarden, regels voor aanwezigheid van honden, etc.

Enten

Er is ook gesproken over het inenten van paarden tegen rhinopneumonie, maar dit wordt geen verplichting. De veterinaire chef van de FEI, Göran Akerström, geeft daarbij aan dat vaccinaties geen garantie geven. Ook de beperkte beschikbaarheid van het vaccin tegen rhinopneumonie speelt een rol bij het niet verplicht stellen.

Binnenkort zal de FEI met definitieve maatregelen komen.

Kadertrainingen

De uitbraak in Nederland, naar aanleiding van het internationale concours in Spanje, is vooralsnog beperkt gebleven tot één paard. Daarom heeft de KNHS besloten de kadertrainingen van de bondscoaches voor TeamNL ruiters vanaf 5 april weer te hervatten.  KNHS directeur topsport Iris Boelhouwer haalt weer een beetje opgelucht adem. “De gezondheid van de paarden was natuurlijk absolute top prioriteit, het lijkt er gelukkig op dat we met zijn allen het ergste gehad hebben. We blijven uiterst waakzaam, maar moeten nu ook weer vooruit kijken. De tijd tot de Olympische Spelen in Tokio en de andere internationale kampioenschappen is maar kort en de voorbereiding is sowieso niet ideaal. Alle tijd die we nog hebben moeten we zo goed mogelijk gebruiken. Ik ben dan ook blij dat de bondscoaches weer aan het werk kunnen.”

Bron: KNHS