Stephex Horse Trucks

Een halve eeuw Bert Prouvé
Kris Van Loo
02/04/2020 16:20
19/03/2023 21:54
13 min
Paardenfotograaf.be

Een halve eeuw Bert Prouvé

Ook Haverklap wil je in je zee van tijd een boei aanreiken met interviews en reportages die je wellicht kunnen boeien. De volgende dagen bieden we u met regelmaat leesvoer aan via galop.be.


Ter ere van zijn vijftigste verjaardag, interviewden we Bert Prouvé en blikten we samen terug op de voorbije jaren.

Een halve eeuw Bert Prouvé

Bert Prouvé is een halve eeuw geworden, maar als we hem er aan herinneren, veinst hij vooral verontwaardiging. ‘Hoezo 50? Ik ben helemaal geen 50. Wat kom jij hier doen? Ik voel me 30. Wil je beginnen met dat op te schrijven? Zie ik er 50 uit? Niet toch? Als iemand dat spontaan zou zeggen, zakt mijn broek af. Dat zou pas confronterend zijn.’ Bert is halfweg en zijn glas is duidelijk nog halfvol. Zullen we toch eens terugblikken op zijn eerste helft? ‘Ok, shoot. Hoeveel jokers heb ik?’

Kris Van Loo

Hoe ben je op 19 januari wakker geworden?

Zoals alle andere dagen. 50 Jaar doet me niks. Sterker, ik voel niet alsof ik 50 ben. Toen ik klein was, was iemand in mijn beleving van 50 een oude mens. Ik voel me 30, maximum 35 jaar (lacht). Vorig week was ik ergens uitgenodigd en zag ik enkele leerlingen van de lagere school. Van hen dacht ik wel ‘amai dat zijn oude venten’. Maar dat denk ik niet van mezelf (lacht). Ik denk evenmin dat ik al een midlife crisis gehad heb.

Geen fysieke klachten?

Ik zit fysiek goed in mijn vel. Of zegt enkel mijn hoofd dat? (glimlacht). Natuurlijk voel je hier en daar wel iets, al is dat inherent aan een leven op een paard. Ik rijd twee, drie paarden per dag. Althans dat probeer ik. Vanmorgen was ik op een begrafenis van een goede vriend, hij werd 56. Wij ruiters zijn allemaal begonnen met een passie voor paarden en als je op een paard zit, denk je even aan niks anders meer. Ik ben thuisgekomen van de uitvaart en moest paardrijden. Je bent dan helemaal één met je paard en dat verzet je zinnen. Als ik dan, zoals vandaag, buiten kan rijden op de witte zandpiste, maak ik me de bedenking dat dit mijn skivakantie is. Ik doe het nog altijd graag. Binnenkort vertrekken we met een tiental paarden voor enkele weken naar Vilamoura. Bedoeling is dat vooral Tim en Simon rijden, al ga ik ook enkele paarden voor mijn rekening nemen. Ik geniet van die momenten. Ik heb een mooi leven, als kind was ik gefascineerd en gepassioneerd door paarden. Als je daar vervolgens je beroep van kan maken, is dat toch het mooiste wat er is? Natuurlijk baart je dat soms kopzorgen en is er wel eens een rompslomp, al weegt dat niet op tegen wet je terugkrijgt van die paarden.

Wat is je allereerste herinnering?

Een toneelstukje dat ik speelde in de kleuterklas. Ik vond dat geweldig. Ik herinner me ook dat wij thuis een kleine Shetlander hadden. Mijn vader, die actief was binnen LRV, organiseerde een rally/zoektocht en daar nam ik aan deel met onze Shetter. Ik had hem geleerd om te liggen en dat demonstreerde ik op het dorpsplein. Ik was een jaar of vijf, zes en dat was mijn eerste publieke optreden met een paard. Jeanneke noemde die Shetter en die deelde ik met mijn broer Dirk. Hij is wel minder competitief dan ik en ging na verloop van tijd vissen. Met die Shetter hebben wij ons rot geamuseerd. Onze ouders waren druk bezig met hun zaak, wij speelden alle westerns na. Zonder zadel in volle galop over de velden en je laten vallen. Alle kameraadjes van het dorp waren weg van Jeanneke en Jacky, die er later bijkwam. We speelden buiten en als er een feuilleton was, gingen we met z’n allen binnen kijken en volgden die pony’s ons. Die zaten bij ons in de living. Tot groot jolijt van ons en grote ergernis van ons moeder. Als ze dat zag, werd ze kwaad en galoppeerde ik met die pony naar buiten. Wij deden daar alles mee. Er was thuis een verharde parking voor de mazoutwagens en daar sprongen wij. Enkele olievaten en een balk. Jeanneke was 99cm en sprong over 101cm. Dat zal me altijd bijblijven, zij sprong hoger dan ze was. Na verloop van tijd weigerde ze wel dienst. Begrijpelijk ook als je altijd op een verharde parking met steentjes moet springen. Wij stonden daar niet bij stil.

Wanneer werd paardrijden serieus?

Vanaf mijn zevende reed ik LRV wedstrijden. Op m’n twaalfde sprong ik Zwaar. Dat eerste Nationaal Tornooi was iets indrukwekkend. Ik vergeet dat nooit, die druk was gigantisch.

Ik was goed binnen de LRV en voor mij bestond er niks anders. Eén keer ben ik nationaal kampioen geworden, indoor weliswaar. Je was lid van de plaatselijke club en op een ander gaan rijden was heiligschennis. Dan werd je geschorst.

Op m’n achttiende sprong ik voor het eerst nationaal. Annick Bijloos was een jeugdvriendin. Zij stond veel verder dan ik en suggereerde om het een kans te geven. Dat eerste tornooi van de federatie vergeet ik ook nooit. Het was in Keerbergen. GPS bestond niet en wij weg, maar we vonden onze weg niet. Als je naar een LRV tornooi rijdt, zie je overal wegwijzers. Zo niet dus bij een wedstrijd van de federatie. Uiteindelijk komen wij toch aan, al was mijn proef al bijna gedaan. Toch snel opgezadeld, ik ga naar de ingang van de piste en daar vraagt iemand of ik al ‘geconfirmeerd’ heb. Euh wat? Ik had dat woord nog nooit gehoord. Ik zie me daar nog staan met mijn caoutchouc botten aan, in een kuip van een zadel waar je ook dressuur me reed. Plus een cap met een Sint Joris in geplakt. Er ging een nieuwe wereld voor me open. We hadden onze boterhamen en thermos koffie mee. Zo ging dat vroeger op LRV tornooien. En ’s avonds kregen we een pak friet en dronken we een pint. Het ging wel snel nadien.

Wat vonden je ouders van je keuze?

Heel simpel, paarden reed je na je werk. Beroepshalve paardrijden was not done. Maar ik was gedreven. Mijn moeder zag dat ook en zij steunde me daarin. Na mijn eerste juniorwedstrijden werd ik uitgenodigd voor nationale stages en kwam ik tot de vaststelling dat ik niet zo goed was. Iedereen sprak daar van foulées, wist ik veel. Het enige wat ik afstapte was de afstand van de combinatiesprongen. Omdat iedereen dat deed. Tot ik later tot de vaststelling kwam dat net die afstand het minst belangrijk is. Ik was leergierig en kreeg links en rechts een paard toegeschoven. Ik ging naar de hogeschool, maar zat meer in hengstenboeken dan in schoolboeken. Mijn ouders dachten dat ik de boekhouding zou doen in het bedrijf. Dat was stiekem hun plan. Ik had meer ambitie in de paarden. En dat verhaal begon met het zadelmak maken van paarden. Dat had een hoog western gehalte. Na mijn legerdienst kocht ik wat nu het Prova Hof is. Een manege met veel lessen en een bar. En dat is tot op vandaag nog zo. Na het zadelmak maken, bracht ik veel paarden uit in de cyclus. Een foutloze ronde bracht 1.000 frank op, of 25 euro. Ik vroeg aan de eigenaar 800 frank om zijn paard te rijden, als we foutloos bleven, hoefde de eigenaar niks te betalen en kreeg ik de 1.000 frank. Vaak kwamen eigenaars één keer per week met hun paard naar mij om te rijden en dan zag ik hen terug op wedstrijd. Toen ik professioneel begon had ik helemaal geen plan. Ik wou paardrijden, wat lukte en gaf veel les. Ik herinner me dat ik zondag de Grote Prijs van Calgary sprong en ’s maandags les stond te geven aan beginnelingen. Zo nuchter is het allemaal. Sport moet de ambitie zijn van elke ruiter, al moet je ook realist zijn. Op het einde van de maand moet je ook alle rekeningen betalen. Dat maak ik mijn zonen elke dag duidelijk. Iedereen zoekt zijn weg. Wanneer ik begon in de sport, was Ludo Philippaerts al een grote naam. Ik zou hem nooit spontaan aangesproken hebben, ik keek op naar hem. Hetzelfde voor Eric Wauters, Stanny Van Paesschen, die afstand was zo groot.

En plots ga jij ook internationaal, terwijl je nooit buiten Zoutleeuw was geweest?

Zoiets. Als jeugdruiter was ik eens in Nederland gaan rijden. Dat was mijn eerste internationale wedstrijd. Als senior maakte ik naam met Naylasouf op het internationale concours in Diest. Daar sprak de bondscoach mij aan. Mijnheer Somers vroeg of ik eens naar het buitenland wou? Amai, die mijnheer sprak mij aan, wat een eer. Dan moest het avontuur nog beginnen. Ik mocht naar Italië en rijd de grens over. Welkom in Frankrijk, een gesloten bareel. Péage? Wat is dat? Dat hebben ze niet in Zoutleeuw. Stond ik daar plots. Betalen, ja, maar ik had geen betaalkaart, geen Franse franken. In Italië hetzelfde liedje. Daar at ik een ganse week pizza, verder reikte mijn Italiaans niet. Zo leer je snel hoor. En die eerste wedstrijden in het Oostblok, Polen. Die reizen waren avonturen op zich. En uren en uren wachten aan de grens. Als ik daar nu bij stilsta, waren wij pioniers. Ook omdat wij, en dan bedoel ik Ludo Philippaerts, Marc Van Dijck, Dirk Demeersman, Maurice Van Roosbroeck, allemaal van gewone komaf waren en toch onze weg gevonden hebben in een totaal nieuwe wereld. En we leerden van elkaar, op concours en onderweg.

Had jij talent?

Ik denk het, al is het pretentieus om dat van jezelf te zeggen. Ik weet wel dat ik vroeger iets van paarden gedaan kreeg waar anderen niet in lukten. Ik herinner me ook dat Patrick Vandereyt mijn stijl ooit vergeleek met Roger Yves Bost. Ik weet dat ik een onorthodoxe stijl heb, al zijn er weinig ruiters die het palmares van Bost evenaren. Voor mij was dat een compliment (lacht).

Wat zou je vandaag niet meer doen wat je vroeger wel deed?

Als ik terugblik, stel ik vast dat ik vroeger te veel wilde, terwijl ik niet de kennis had om te beseffen dat het niet kon. Dat is gedreven zijn zeker? Echt willen, maar niet kunnen. Achteraf is het altijd gemakkelijk, al had ik strenger moeten zijn op de kwaliteit van mijn paarden. Wat me wel altijd is bijgebleven, is wat Eric Wauters me ooit zei: paardensport is een eerlijke sport, want je klimt op de ladder, maar als je enkele treden overslaat, val je terug naar beneden. Je kan wel eens iets forceren, een exploot is mogelijk, maar als je stappen overslaat, wordt dat afgestraft. En ik beken, ik heb vroeger wel eens stappen overgeslagen.

Je ambitie was groter dan je zelfkennis?

Honderd procent! Al moet je dat ook in de context van die tijdsgeest zien. Als ons paard vroeger in de gietende regen met zijn spronggewricht in de modder wegzakte, was dat zo, want het was jumping en wij gingen springen. In dezelfde omstandigheden start je vandaag niet. Mijn generatie is heel amateuristisch begonnen en wij moesten het allemaal zelf uitzoeken. Ondertussen ben ik een kwarteeuw beroepshalve met paarden bezig en hopelijk heb ik in die 25 jaar veel geleerd. Het dwangmatige heeft plaatsgemaakt voor begrip en respect. Nu wil ik een paard begrijpen en doorgronden. De paarden zijn ook geëvolueerd, ze staan veel hoger in het bloed en je moet er omzichtiger en respectvol mee omgaan. Wat eveneens veranderd is, is de omgang met jonge paarden. Vroeger waren de fokkerijen kleinschaliger en was men meer bezig met de jonge paarden. Een fokker was een landbouwer die elke dag met zijn paarden begaan was. Die waren beter opgevoed. De huidige generatie is dan wel technisch beter onderlegd, onze generatie had misschien meer inzicht en kennis van een paard.

Hoe schat jij je in als ruiter?

Ik denk dat ik een handige ruiter ben die met veel verschillende paarden kan rijden. Ik heb wereldbekers en landenprijzen van Calgary tot Dublin gereden. Zo slecht is het dus niet geweest. Ik zie me vandaag als een subtopper die degelijk twee en driesterren springt. En nu ga ik een gemakkelijk excuus gebruiken: ons sportief niveau wordt bepaald door ons paard.

Welk paard zal je altijd bijblijven?

Reggie Roosters (Codexco) omdat hij meer deed dan hij kon. Ik zag Reggie Roosters toevallig springen in onze manege terwijl ik in de bar letterlijk een pint aan het tappen was. Het was tijdens een oefenjumping en Reggie was vijf of zes jaar. Hij werd geboren op een kilometer van onze deur. Ik betaalde hem 250.000 frank, in de jaren ’90, wat heel veel geld was voor mij. Reggie Roosters sprong van wereldbekers via Globals tot landenprijzen. Reggie sukkelde ook wel met zijn gezondheid en viel met regelmaat uit. Hij woont nu in Australië, ik verkocht hem toen hij 15 was. Dat paard heb ik alles geleerd en deed zo waanzinnig zijn best. Die overtrof zichzelf door zijn instelling.

Zit je sportieve carrière er op?

Vorig jaar kende ik een periode dat ik tegen mezelf zei dat het gedaan was. Ik ging stoppen met paardrijden. Lang heb ik die gedachte niet gehad, want ik doe het te graag. En als ik thuis rijd, wil ik ook op wedstrijd. Ik sprong met mijn twee zonen nog in Mechelen, dat is toch chique?

Wat zou je anders gedaan hebben?

Voor mijn sportieve carrière had ik meer moet investeren in mijn opleiding. Ik ben een autodidact, toch was het beter geweest indien ik sneller en meer hulp had gevraagd voor mijn onderricht.

Ik heb ook te veel te lang geloofd in sommige paarden, terwijl ze niet goed genoeg waren. Daar zou ik nu strenger in selecteren. Vandaag durf ik paarden ook langer aanhouden. Ik heb enkele heel goede paarden op stal gehad, fenomenen! En die heb ik snel verkocht. Te snel? Wellicht wel, al was er telkens de economische overweging. Die is er vandaag ook nog, al wil je je kinderen toch een kans geven.

Is dat vandaag je ambitie?

Je geeft je kinderen wat je kan en dat betekent vandaag ze laten meerijden op twee, driesterren niveau. Ik heb niet de financiële slagkracht om me in te kopen in de Global Champions Tour. Ik ben geen grote speler. Drie weken Vilamoura is een grapje van 35.000€. Dat moet betaald worden. We gingen vroeger elk jaar skiën, ik heb mijn zonen de keuze laten maken: of skiën of paardrijden in het zuiden. Ze moeten weten wat het allemaal kost. Tegelijk besef ik ook dat er eerst moet geïnvesteerd worden. Zo slaagden we er vorig jaar in om die kostprijs te betalen met het prijzengeld. Tim en Simon leiden jonge paarden op en we houden bewust enkele paarden bij waarmee ze op een bepaald sportief niveau kunnen meedraaien. Die kans moeten ze krijgen.

Is het leven een cadeau voor u?

Ja, ja jong, absoluut. Ik heb een abnormale fantastische jeugd gehad. Cowboy en indiaan gespeeld tegen 200 per uur. De liefde voor het paard ontdekt en alle meisjes van het dorp gekust. Eén pijnlijk minpunt was dat mijn moeder overleed aan kanker toen ik 21 was. Dat was een droevige periode en heeft een diepe indruk nagelaten. Aan de andere kant heeft dat onze familieband nog versterkt. Wij hangen echt en hecht aan elkaar. En ik heb altijd alles kunnen doen wat ik graag deed en nu nog. Ik heb twee fantastische zonen en een vrouw die ik bewonder omdat ze nog altijd bij mij is (lacht). Ik ben een zondagskind en zou mijn leven niet anders gewild hebben. Ik wil tekenen voor nog zo’n 50 jaar.


DIT ARTIKEL VERSCHEEN IN HAVERKLAP OP 30 februari 2020.
MEER PAARDENNIEUWS ZOALS DIT LEZEN? KLIK DAN HIER OM JE TE ABONNEREN OP HAVERKLAP.


In beeld

Komende evenementen

CSI3* San Miguel de Allende 24/04 - 28/04

CSIO3* EEF Gorla Minore 24/04 - 28/04

CSI2*-W Curitiba PR 24/04 - 28/04

CSI2* Chepstow 24/04 - 28/04

CSI2* Stadl Paura 24/04 - 28/04

CSI2* Sentower Park 24/04 - 28/04

CSI4* Lexington 24/04 - 28/04

CSI3*/CSI2* Hagen a. T. W. 24/04 - 28/04

CSI2* Zielona Gora 25/04 - 28/04

CSI2* Azelhof 25/04 - 28/04

CSI5*/CSI2* Fontainebleau 25/04 - 28/04

Voorbije evenementen

CSI5*-W Final Riyadh 16/04 - 21/04

CSI3* Oliva 16/04 - 21/04

CSI2* Chard 17/04 - 21/04

CSI2* Sentower Park 17/04 - 21/04

CSI3* Linz-Ebelsberg 17/04 - 21/04

CSI3* Wellington 17/04 - 21/04

CSI3*/CSI2* St Tropez - Grimaud 17/04 - 21/04

CSI3* Nancy 18/04 - 21/04

CSI2* Busto Arsizio 18/04 - 21/04

Laatste Haverklap